Om de 2 jaar geven enkele leden van onze vereniging les aan de kinderen van groep 7 en 8 op de basisschool in Waardhuizen. De kinderen leren van hen de praktische kant van de EHBO. Van hun juf of meester krijgen ze de theoretische kant. De kinderen sluiten de lessen af met een examen. Hieronder leest u de einddoelen waar zij aan moeten voldoen om hun diploma te behalen:
Onderwerpen
1 Verantwoord eerste hulp verlenen
De leerling kan:
- aandachtspunten punten noemen voor verantwoord eerste hulpverlening;
- vertellen welke maatregelen moeten worden genomen voor de veiligheid van hulpverlener(s), omstander(s) en slachtoffer(s);
- uitleggen hoe en in welke volgorde je erachter kunt komen wat er is gebeurd en wat iemand mankeert;
- vertellen waarom het belangrijk is een slachtoffer gerust te stellen en hem te beschermen tegen weersinvloeden enzovoort;
- uitleggen waarom iemand zoveel mogelijk moet worden geholpen op de plaats waar hij zit of ligt;
- professionele hulp of een volwassene alarmeren;
- iemand met behulp van de noodvervoersgreep van Rautek over korte afstand verslepen.
2 Het menselijk lichaam
De leerling kan:
- globaal de bouw van het menselijk lichaam beschrijven;
- globaal de bouw en werking van de belangrijkste orgaanstelsels en de daarbij behorende organen beschrijven, namelijk het geraamte, de ademhalingsorganen, bloed, hart en bloedvatenstelsel, het zenuwstelsel en de huid.
3 Stoornissen in het bewustzijn / bewusteloosheid
De leerling kan:
- aan de hand van de verschijnselen bewusteloosheid herkennen;
- een slachtoffer vanuit buikligging op de rug draaien;
- uitleggen waardoor een bewusteloze wordt bedreigd;
- bij een bewusteloze de luchtweg vrijhouden (stabiele zijligging);
- uitleggen dat je bewusteloos kunt raken door een val, slag of stoot op het hoofd.
4 Flauwte
De leerling kan:
- de verschijnselen en gevaren van een flauwte noemen;
- iemand met een (dreigende) flauwte plat neerleggen;
- vertellen waardoor je kunt flauwvallen en hoe je een flauwte kunt voorkomen.
5 Stoornissen in de ademhaling
De leerling kan:
- de verschijnselen en gevaren van ademhalingsstoornissen noemen;
- vertellen wat het doel is van de Eerste Hulp bij ademhalingsstoornissen;
- de luchtweg vrijmaken bij iemand die zich verslikt door hem enkele stevige stoten tussen de schouderbladen te geven en als dit niet helpt de handgreep van Heimlich toe te passen.
6 Uitwendige (open) wonden
De leerling kan:
- vertellen wat de verschijnselen en gevaren van een uitwendige (open) wond zijn;
- een wond afdekken met een stuk(je) wondpleister en met een steriel gaasje en kleefpleister;
- een wond aan elleboog, knie, hand en vinger(top) afdekken met steriel gaas, synthetische of witte watten, een (elastische) hydrofiele zwachtel en kleefpleister;
- een wond aan arm en been afdekken met een wondsnelverband en met een snelverband;
- een mitella aanleggen bij een wond aan de onderarm;
- uitleggen waardoor een wond kan ontstaan en hoe deze soms kan worden voorkomen.
7 Brandwonden
De leerling kan:
- vertellen wat de verschijnselen en gevaren van brandwonden zijn;
- de oorzaken van brandwonden noemen;
- aangeven hoe je kunt voorkomen dat je brandwonden oploopt;
- brandwonden koelen met zacht stromend lauw water;
- tweede- en derdegraads brandwonden losjes steriel afdekken.
8 Botbreuken
De leerling kan:
- vertellen wat een botbreuk is en hoe deze kan ontstaan;
- de verschijnselen en gevaren van een botbreuk noemen;
- vertellen dat een botbreuk onbeweeglijk moet worden gehouden;
- bij een botbreuk van de onderarm, pols of hand een mitella aanleggen;
- bij een botbreuk van de bovenarm, elleboog, schouderblad of sleutelbeen een brede das aanleggen;
- een gebroken onderbeen steun en rust geven met behulp van een dekenrol.
9 Kneuzing
De leerling kan:
- een kneuzing aan het voorhoofd (buil) koelen.
10 Oogletsels
De leerling kan:
- vertellen hoe je een loszittend vuiltje uit het oog kunt verwijderen;
- aangeven waarom je heel zuinig moet zijn op je ogen en waardoor een oog makkelijk kan worden beschadigd.
11 Vergiftiging
De leerling kan:
- vertellen dat vergiftiging vaak kan worden voorkomen en hoe;
- vertellen dat je iemand die een bijtend gif heeft geslikt een tot twee glazen water te drinken moet geven (een kind een half tot vol glas) en hem daarna naar een dokter of ziekenhuis moet brengen;
- vertellen dat je iemand die een niet bijtend gif of een petroleumproduct heeft ingeslikt naar een dokter of ziekenhuis moet brengen;
- vertellen dat je altijd een restant van het gif, de verpakking of eventueel braaksel moet meegeven naar dokter of ziekenhuis;
- een aantal giftige stoffen (bijtende, niet bijtende, petroleumproducten) noemen.
12 Kleine ongevallen
De leerling kan:
- een neusbloeding stoppen;
- een splinter uit de huid halen;
- uitleggen waarom vreemde voorwerpen in neus of oor er door een dokter uit moeten worden gehaald;
- vertellen hoe insectensteken moeten worden behandeld en waarom sommige mensen, die extra gevoelig zijn voor insectensteken, snel naar een dokter moeten worden gebracht;
- vertellen hoe moet worden gehandeld bij uitgeslagen tanden en uitleggen waarom iemand met uitgeslagen tanden snel naar een tandarts moet worden gebracht.
13 Verband- en hulpmiddelen, de verbanddoos
De leerling kan:
- vertellen dat voor het verlenen van eerste hulp vaak verbandmiddelen nodig zijn, welke en waarvoor deze het best kunnen worden gebruikt;
- uitleggen dat thuis, op school, bij het sporten, in de auto of caravan, op de boot enzovoort een goed gevulde verbanddoos aanwezig moet zijn;
- duidelijk maken waarom de verbanddoos op een gemakkelijk te bereiken plek moet staan en waarom de inhoud op peil moet blijven;
- vertellen wat er minimaal in een verbanddoos moet zitten.